- Kelly Derkx
Japan- deel 2: 'Big Daddy & Mr. Matsumoto'
Vanuit het drukke Tokyo reis ik door naar de natuur in de Japanse Alpen. Onderweg in de trein zie ik het landschap veranderen van city naar groene heuvels, rivieren en traditionele huisjes.
In de bergen verblijf ik in guesthouse Raicho. Een gezellige 'herberg' in traditionele stijl. Het ligt in the middle of nowhere in de natuur, omgeven door de Japanse Alpen. Om er te komen ben ik 5 uur onderweg vanuit Tokyo, met twee treinen en een busrit.
Mijn kamer bestaat uit tatami matten op de vloer en een opgestapelde berg matrassen, dekens en lakens in verschillende varianten; een traditioneel Japans Futon-bed. Als een bouwpakket moet ik dit bed nog in elkaar stapelen. Dit is mijn eerste keer, mijn Futon ontmaagding.
Zo moeilijk kan het toch niet zijn? Ik heb zelfs een handleiding in slecht vertaald Engels (mattrass= matless) voor mijn neus. Maar toch krijg ik het voor elkaar om drie keer opnieuw te moeten beginnen met stapelen. Daar sta ik dan, in mijn berghut kamer, te klungelen met matrasjes, dekens en lakens en te lullen tegen mezelf. Ik krijg er de slappe lach van en besluit dat het wel goed is zo. S'nachts ga ik er toch weer uit om er stiekem nog één laagje aan toe te voegen..
Guesthouse Raicho heeft een eigen outdoor hotspring; een 'onsen' bad. Dit is een bad met heet water uit een geiser. Er zitten veel mineralen in en door het zwavel stinkt het naar rotte eieren.
Ik badder in mijn nakie omgeven door de natuur tot mijn huid knal rood is en ik bijna ontplof van de hitte. Hierna ruik ik twee dagen naar een verrot eitje maar het is echt een feest.
Hier in de bergen ga ik twee dagen hiken. In het Kamikochi gebied beland ik in een paradijsje met bos, groen- blauwe rivieren en een berglandschap als uit een sprookje. Elke Japanse wandelaar hier (en het zijn er nogal wat) zegt bij het passeren beleefd 'Konichiwaaaa' met een knik. Soms hoor ik 'aaaahhh' en zijn ze gefascineerd door mijn semi lange blonde verschijning. Waar komt dit schepsel vandaan?
De Japanners lopen in groepen waardoor ik soms tien keer achter elkaar al knikkend Konichiwaaaa terug zeg. Er ontstaat een ritme en al snel komt de 'Konichiwaaaa song' in me op. Ik zal je de song verder besparen, maar ik heb me er wel goed mee vermaakt...
Als een blij ei wandel ik over de paden van dit mooie gebied wanneer ik in de verte een bruine vacht zie oversteken. Ik sta stil en zeg "heh what the fuck?!" tegen mezelf (Wat is dat toch met tegen jezelf lullen als je alleen bent) en ik twijfel even of het wel echt was.
Maar wanneer ik verder loop schrik ik me de pleuris als ik ineens recht naast een grote aap sta.
Ik noem hem Big Daddy.
Big Daddy zit op een boomstam terwijl zijn kleintjes aan het spelen zijn. Mam zit aan m'n andere zijde en is vol passie en aandacht naar vlooien aan het zoeken al kriebelend door de fluffy vacht van haar kleine aapje. Ik ben zo excited dat ik even niet weet wat ik ermee aan moet.. Willekeurig begin ik tegen andere wandelaars enthousiast te brabbelen over hoe cool dit is. Op de een of andere manier lijkt iedereen het heel normaal te vinden en sommige mensen lopen zelfs verveeld door. Ik kijk ze vol onbegrip na en blijf alleen achter. Vervolgens besluit ik om tussen te apen te gaan zitten. Big Daddy zit recht naast me en houd me goed in de gaten. Ik hem ook... Wat zou hij denken? Zou hij doorhebben dat ik geen aapje ben?
Als hij na vijf minuten begint te knikkebollen (Net als de Japanner in de trein *verhaal 1) denk ik dat het wel goed zit. Waarschijnlijk moet Big Daddy er van binnen wel om lachen ; kijk haar nou, wat een weirdo. Even voel ik me als mijn heldin Jane Goodall en het gelukkigste mens op aarde. Dan loopt Big Daddy voorbij, showt me zijn grote rose kont en is het magische moment voorbij.
Na mijn avonturen in de bergen reis ik door naar de stad Matsumoto. Hier eet ik twee dagen achter elkaar sushi bij Mr. Matsumoto en zijn kleine vrouwtje Yuki. Mr. Matsu is een echte baas en kneed al 33 jaar sushi met zijn behendige vingers. Hij neemt zijn werk heel serieus en direct na binnenkomst ben ik zijn 'sushi apprentice'. Hij en Yuki spreken nauwelijks Engels maar toch slagen we erin om met elkaar te kletsen. Ik krijg eerst het grote sushi boek dat ik van van hem moet doorlezen. Hier staat in hoe je sushi eet, hoe je de verschillende bordjes moet gebruiken en allerlei andere sushi etiquette plus visinfo.
Bij elke handeling die ik verkeerd doe steekt Mr Matsu zijn vinger omhoog en zegt hij: "EHM NO!, SOLLY, NO!" en laat me vervolgens zien hoe een echte sushi baas het doet. Tussendoor houd hij me goed in de gaten en knikt tevreden als het goed is. Ik laat me verassen en één voor één krijg ik iets van Mr Matsu voor mijn neus. Op een bordje liggen squeaky onderdeeltjes vis voorgeschoteld. Ik zie wat zuignapjes en het lijkt op Octopus, maar dat is het niet. Mr Matsu legt het uit in het Japans.. Ik versta er geen fuck van.. Het is gekookt en taai dat versta ik nog wel. En dat was het ook, maar of het nou echt lekker was...
Eén stukje krijg ik echt niet weg en wanneer ik Expeditie Robinson's-eetproef achtige verschijnselen krijg moffel ik het stiekem weg in een servetje. Mr Matsu heeft het niet gezien. Gelukkig. We kijken samen volleybal en kletsen met handen en voeten over onze verschillende levens.
Zijn vrouwtje staat steeds naast me en kletst gezellig mee in gebarentaal. Na twee dagen zijn we vrienden en krijg ik extra veel sake en koekjes van Yuki bij ons afscheid. Als een moedertje zwaait ze me uit op stoep van haar toko; 'Bye Kelly SAN!' roept ze een paar keer hard met haar hoge stemmetje. En ze stopt niet met zwaaien tot ik de straat uit ben. Wat een topper, dit Japan.
Lees hier meer over het Japanse Alpengebied: https://www.placesbetweenus.nl/japanse-alpengebied