top of page
  • Kelly Derkx

Nepal- deel 14: On top of the world

Het trekking avontuur begint met een busreis van Kathmandu naar het bergdorp Syabrubesi.

Deze busreis staat bij bij op nummer één van mijn verschrikkelijkste busreizen in mijn leven.

Een locale ervaring, dat wel, maar niet echt voor herhaling vatbaar. Helaas geldt, voor wie A zegt, moet ook B zeggen en ik moet toch echt weer terug naar Kathmandu.

De bus heeft er maar liefst tien uur over gedaan om 117 km te rijden, dat vind ik een behoorlijke prestatie. De reden hiervoor is dat elke man, vrouw of kip onderweg wordt opgepikt. Bushaltes zijn hier niet bekend waardoor de bus in één straat van een dorp gemiddeld zo'n vijf keer stopt.

Vol is niet vol, op het dak, op mijn schoot, half uit de bus hangend, overal worden mensen weggestopt. Om dit busfeestje compleet te maken wordt er 10 uur lang keiharde 'schreeuwende' Nepalese muziek gedraaid met telkens hetzelfde favoriete nummer van de buschauffeur achter elkaar. Voeg bij deze combinatie van factoren nog wat rondvliegend stof, eindeloze hobbelwegen en verdachte geurtjes van de persoon op je schoot en voila; een helse busreis is compleet. Natuurlijk is er ook een positieve factor in dit busverhaal; het uitzicht, mijn lichtpuntje tijdens deze 'donkere' uren.

Een reis door de bergen met uitzichten vergelijkbaar met die van Frankrijk en Italië. Groene heuvels diepe dalen, rivieren, met als slagroom op dit toetje; wit besneeuwde bergtoppen van de Himalaya's.

Gelukkig komt aan alles een keer een eind, dus ook aan deze busreis. We arriveerden in een bergdorp gebouwd in de heuvels en rotsen met een machtig woeste rivier ruisend op de achtergrond. Het dorp heeft een western achtig sfeertje, met zanderige wegen, de verveelde locals zittend voor hun huis, starend naar de nieuwkomers.

De wapperende Tibetaanse vlaggetjes dansen in de wind. Iedere toerist komt hier voor maar één ding; een trekking.

In een guesthouse ontmoet ik een Rus, zijn gezicht is rose verbrand door de zon, zijn haar is geel gekleurd, zijn voet is ingetapet en in zijn hand heeft hij een glas Raksi likeur. Hij is net terug van zijn trekking. Ik schrik van zijn uiterlijke staat. Ga ik er straks ook zo rose en gehavend uitzien? Zenuwachtig kruip ik s'avonds vroeg in mijn bedje, met het geruis van de woeste rivier op de achtergrond val ik in een onrustige slaap, met dromen over bergen en oneindige steile paden omhoog.

Om vijf uur gaat mijn wekker en ik sta op, klaar voor mijn strijd. Ik trek mijn grote schoenen aan, neem een Tibetaans brood als stevig ontbijt, bepak mijzelf met mijn backpack, doe een schietgebedje en off we go! Nog geen vijftig meter verder staan we alweer stil.

Waar moeten we heen? We nemen de verkeerde afslag en eindigen in wat lijkt op iemands achtertuin. De politie post roept ons lachend in de goede richting. Ah hier moeten we zijn. Een goed begin, zullen we maar zeggen...

Het pad begint met een grote stalen brug versierd met Tibetaanse vlaggetjes over de enge rivier. Voor ons zien we grote groene bergen met een pad van stenen stijl omhoog. De eerste paar uur wandelen en klimmem we door een bosachtig gebied (trouwens vol met wietplanten..)omhoog, omlaag en weer omhoog. Na vier uur klimmen bereiken we het eerste Teahouse, een sprookjesachtig huisje omringd door bloemen en groenten, bewoond door twee Tibetaanse vrouwtjes en een piepklein pupje (die we overigens 'Raggermuffin'- roepnaam "Raggi" hebben genoemd)

Hier ontmoeten we Carina, een power woman uit de Zwitserse bergen. Omdat er in dit gebied een meisje als twee maanden vermist is, besloot Carina om met ons mee te lopen.( Sorry mam, ik vond het ook eng, maar ging toch echt niet voor niets met de bus weer terug..)

Deze Zwitserse dame is een ware trekker in hart en nieren en was na zes uur klimmen mijn motivatie om door te gaan. De acht weken in Nepal waarin ik meer vettigheid, rijst en suiker heb gegeten dan ik mij ooit kan herinneren, hebben mij er niet bepaald fitter op gemaakt.

De stijle strap van wiebelige onregelmatige stenen maakten het er ook niet gemakkelijker op. De eerste vier uur liep ik zingend als een ware Jane omhoog, daarna zei mijn lichaam: "Kel, stop hier nou eens mee, ik ben hier niet voor gebouwd!" Het lullige is dat je wel door moet, omhoog op de eindeloze strap naar Carina, die altijd honderd meter verder trouw op ons stond te wachten.

De weg was prachtig, in de ritselende bomen sprongen apen met witte koppen en lange staarten van boom naar boom. De woeste rivier en watervallen altijd aan onze zijde. Na zeven uur bergen klimmen en afdalen zijn we duizend meter in hoogte gestegen. Net voor het moment dat ik mijn lichaam op de grond wil werpen en als een klein kind "Ik wiiil niet meeer!" wil uitroepen, zie ik in de verte een dakje. Haleluja! Het blijkt een pittoreske huisje.

We zijn de enige gasten en we slapen in een houten blokhut. Terwijl we bijkomen maakt het vrouwtje Dal Bhat op haar kleien oven. Ik voel mij moe maar vooral voldaan en toch ook een beetje trots op mijn prestatie. In deze omgeving zie ik het echte Nepal.

De volgende dag blijkt nog zwaarder, acht uur lang klimmen we nog eens duizend meter omhoog.

We bereiken aan het einde van de dag een Tibetaans klooster en belandden midden in een ceremonie voor een overleden vrouw. Tijdens onze tocht naar boven hadden we al gemerkt dat er iets aan de gang was; elk dorp waar we hoopten te stoppen was onbemand en uitgestorven, een spookachtig sfeertje.

Hierdoor moesten we wel doorlopen tot de plek waar iedere bewoner naartoe was getrokken. We werden vriendelijk ontvangen met thee, rijst en zelfgebrouwen bier met rouwe ei (mmmh).

Dronken Tibetaanse mannen grepen hun kans en kwamen ons dikke knuffels en vieze zoenen geven terwijl de rest van het dorp giechelend toekeek. In het klooster heb ik geluisterd naar het gechant van de mannen en het gezang van de vrouwen. Het huis leek van binnen een museum; houten bewerkte muren, honderden kaarsjes, Tibetaanse muurschilderingen en versierde altaren.

Het klooster is bovenop een heuvel gebouwd, buiten lopen paarden en yaks te grazen met op de achtergrond wit besneeuwde bergtoppen. Na dit bijzondere bezoek gaan we door tot ons eindpunt: Kyanjin Gompa, op 3800 meter hoog vlakbij de Tibetaanse grens.

Het kleine dorpje ligt tussen reuzen van bergen en gletsjers. Het is hier koud, de wolken razen over de huizen.

Ook hier lijkt het een spookstad, de huizen zijn leeg en de paar toeristen die er zijn worden verzameld in één guesthouse. Wanneer ik buiten sta omringd door wolken en bergtoppen heb ik het gevoel om werkelijk 'on top of the world' te staan.

Deze ervaring is moeilijk in worden uit te drukken. Het gevoel om zo'n hoogte te bereiken is niet te beschrijven. Het vermiste meisje heeft een donker tintje gegeven aan onze trekking.

Tijdens ons verblijf hebben we het zoekteam ontmoet, zij vertelden ons hun verhaal over de zoektocht naar het meisje dat in rook lijkt te zijn op gegaan. Ze is verdwenen tussen twee trekkings checkposten van het leger. Tijdens de gehele trekking heb ik gemerkt dat ik op zoek was naar een aanwijzing. Als een ware detective Clouseau vond ik alles op mijn pad verdacht. Het zoekteam bestond uit vrijwillige locale helden die als laatste poging voor haar vader naar een aanwijzing zochten. Een griezelig tintje aan deze bijzondere ervaring.... Inmiddels ben ik gezond en veilig in Kathmandu aan het wachten op de komst van mijn vriend Martijn voor de start van weer een nieuw avontuur.


3 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page